Bracketassen, ofwel trapassen, zijn twee lagers met een as ertussen waarop de cranks (onderdeel waar de pedaal aan vast zit) op gemonteerd zijn.
Bij
de meeste stadsfietsen wordt de bracketas gemonteerd met schroefdraad in het
frame (BSA-draad) dus als je een trapas met schroefdraad hebt kun je er
eigenlijk van uit gaan dat je een trapas hebt met BSA draad.
Als
je geen schroefdraad hebt, is het een inslag trapas en dan zijn er
ook verschillende maten van de cubs. Dit zijn verschillende diameters, weergegeven in millimeters. Van de grote merken is eigenlijk
alleen Gazelle die inslag trapassen gebruikt.
Wat
wel bij elke fiets anders is is de lengte van de as. Deze kan je
gewoon opmeten
met een schuifmaat en anders met een rolmaat. Dit gaat het makkelijkst als de trapas al is gedemonteerd. De lengte wordt weergegeven
in millimeters.
De
as zelf is bij stadsfietsen eigenlijk altijd een vierkant. Deze valt in
het crankstel en is iets conisch waardoor, als je hem vast draait
altijd goed blijft zitten.
Meestal hebben sportfietsen (race en mtb) losse lagers aan de
buitenkant en de (trap)as zelf vast aan het crankstel die je door de lagers schuift. Deze lagers zitten meestal ook gewoon met BSA
draad vastgedraaid in het bracket.
Montage
Voor de montage van een nieuwe trapas heb je natuurlijk gereedschap nodig, afhankelijk van welk systeem je hebt:
Voor fietsen met een BSA-schroefdraad trapas heb je een cranktrekker nodig.
Verwijder eerst de borgmoer uit de crank. Draai hierna de cranktrekker
stevig in het schroefdraad van de crank. Draai vervolgens de binnenste
bout van de crank met een ring/steeksleutel richting de trapas. De crank
komt zo geleidelijk los van de trapas.
Voor
een inslag trapas heb je een speciale pers nodig maar je kan
het ook prima proberen met de oude cub omgedraaid tegen de nieuwe cub en
een hamer.